Maar waar moet je dan aan denken? Om een echte botanische look te krijgen, kies je voor hout, bamboe, rotan, steen, kokos, vilt, katoen of wol en zelfs dierenhuiden (als je daarvan houdt…). Zolang het maar niet te bewerkt is. Hoe natuurlijker hoe beter… Het leuke is dat juist hierdoor je stijl echt tot leven komt.
Moeder Natuur speelt de hoofdrol: het is mooi als het ruwe, natuurlijke karakter van de gebruikte materialen te zien is, bijvoorbeeld een meubel van (sloop)hout waarbij je de houtnerven nog ziet, of een los gebreide poef van dikke draden wol. Belangrijk is dat het materiaal zo puur en onbewerkt mogelijk is. Imperfectie mag! We houden van barsten in het hout, beschadigingen op stenen en geknapte stukjes riet in gevlochten manden. En op de vloer? Hoe kan het ook anders: hout of natuursteen.
In een natuurlijke woonstijl komen, hoe kan het ook anders, veel kleuren uit de natuur voor. Denk hierbij aan bruine aardetinten, beige, zand, leem, crème en grijs- en groentinten. Voor iets meer pit en wat meer kleur kies je okergeel of roodbruin.